Zondag 30 januari, D-day voor de wereldtop crossers. Vandaag wordt in Sankt Wendel het WK veldrijden gereden voor de dames elites en profs. Spannend? Tuurlijk!
Voor mij is het echter een doodgewone trainingsdag. Clubtraining.
Om acht uur 's ochtends zit ik reeds in de auto richting Sint-Lievens-Houtem en geeft de boordcomputer thermometer -5.5°C aan. Ik bibber al bij de gedachte dat ik er zo dadelijk ruim 3u in zal moeten rond rijden. Een warme slok koffie loopt door m'n slokdarm en ik word vervuld van warm goud. Ik houd m'n concentratie op de baan en beslis dat ik de koude vandaag niet aan m'n hart laat komen, de bergjes zullen me vanzelf wel opwarmen.
Om negen uur staan de meisjes, sympathisanten en begeleiders klaar voor vertrek. Binnen in de sporthal vormt mijn adem reeds wolkjes. Gelukkig heb ik weer lekker veel aan!
De eerste minuten zijn nog te doen, hoewel. De baan schuift onder de wielen door. Heuvel op heuvel af. Op harmonische wijze blaas ik de wolkjes op rustige frequentie door de buff die na een uur volledig hard is door de bevroren adem damp. Ik lijd maar duidelijk niet alleen. Het bergop rijden doet me plots niets meer. Liever omhoog dan naar beneden.
Ondertussen zijn we zo'n 50 km ver, elke beweging doet pijn en ik lijk vast geroest in de positie die ik en mijn fiets samen vormen. Mijn lichaam beweeg niet meer alleen mijn benen draaien nog instinctief rond. Remmen is in uiterste gevallen nog mogelijk maar van schakelen is geen sprake meer. Trappen is net als het kloppen van mijn hart een basale activiteit van mijn lichaam geworden. Ik trap maar heb er eigenlijk geen controle meer over. De rede heeft er ondertussen niets meer mee te maken. Het enige waar ik nog naar verlangen kan is zon, warme chocomelk en een douche.
Het is op. Zelden heb ik zo afgezien! Nee nog nooit! Je kan het een kweek van karakter noemen maar ik heb eerder het gevoel dat ik meer afbraak dan opbouw doe aan m'n lichaam. Na 55 km geef ik het op. Ik heb voldoende geleden voor een winter training die nog zo ver van de seizoen start is. Ik stop en sukkel in de volgwagen. Hoewel de verwarming op "Super hot" staat krijg ik het amper warmer. De chauffeur, papa van Julia, moet ongetwijfeld gebakken worden maar ik blijf bibberen. Ik geloof dat onderkoeling toch echt niet veraf meer was. Vijf km verder sukkelt ook Lien mee in de auto. Duidelijk het zelfde. Op drie km van de finish Sanne...
Het is moeilijk om over te brengen wat koude doet met een mens. Ik leek te veranderen. De koude taste mijn hersenen aan. Mijn anders sterke doorzettingsvermogen liet het afweten. Nuchter denken, geen sprake meer van. Tot thuis heb ik koud geleden. En blij dat ik was toen ik om 14u in een lekker warme zetel kon zien dat het in Sankt Wendel niet beter was.
Eveline
Geen opmerkingen:
Een reactie posten